Dinsdag 7 juni 2016 - TENNIS
|
Aanmelden
De captain meldt zich direct bij aankomst op het tennispark bij het wedstrijdsecretariaat. Hier levert hij zijn deelnamebewijs in en meldt dat minimaal 8 personen aanwezig zijn. Hij ontvangt een scoreformulier die hij bij iedere baan afgeeft.
Uitleg
Alle teams strijden om hun eigen punten. De teams strijden dus niet tegen elkaar, maar per team om de sterkte van ieder team te belonen. We volgen de elementen van het tennisspel. De teams treffen op iedere baan een spelsituatie aan die voorkomt in de tenniswedstrijd. Als je alles beheerst maak je kans op de hoogste score en ben je wellicht een goed tennisser. Op z’n minst heb je talent! Per baan wordt een spel uitgevoerd. Het gaat om kracht of om behendigheid of een combinatie hiervan. Bij aankomst wordt het spel uitgelegd waarna direct begonnen kan worden. Bij het eindsignaal stopt het spel en wordt de balans opgemaakt. Na vijf minuten start bij het centrale signaal de volgende wedstrijd.
Bij iedere baan staat een instructeur, een spelleider en een puntenteller. Zij dragen zorg voor een goed verloop van de spelen per baan zodat iedereen zoveel en zo eerlijk mogelijk de hoogste score kan behalen. Op iedere baan zijn de attributen aanwezig om direct te
kunnen beginnen.
De captain meldt zich direct bij aankomst op het tennispark bij het wedstrijdsecretariaat. Hier levert hij zijn deelnamebewijs in en meldt dat minimaal 8 personen aanwezig zijn. Hij ontvangt een scoreformulier die hij bij iedere baan afgeeft.
Uitleg
Alle teams strijden om hun eigen punten. De teams strijden dus niet tegen elkaar, maar per team om de sterkte van ieder team te belonen. We volgen de elementen van het tennisspel. De teams treffen op iedere baan een spelsituatie aan die voorkomt in de tenniswedstrijd. Als je alles beheerst maak je kans op de hoogste score en ben je wellicht een goed tennisser. Op z’n minst heb je talent! Per baan wordt een spel uitgevoerd. Het gaat om kracht of om behendigheid of een combinatie hiervan. Bij aankomst wordt het spel uitgelegd waarna direct begonnen kan worden. Bij het eindsignaal stopt het spel en wordt de balans opgemaakt. Na vijf minuten start bij het centrale signaal de volgende wedstrijd.
Bij iedere baan staat een instructeur, een spelleider en een puntenteller. Zij dragen zorg voor een goed verloop van de spelen per baan zodat iedereen zoveel en zo eerlijk mogelijk de hoogste score kan behalen. Op iedere baan zijn de attributen aanwezig om direct te
kunnen beginnen.
Aa
Op alle banen worden andere tennisspelsituaties beoefend. Hieronder wordt een opsomming gegeven van de spelsituaties per baan:
Baan 1: Volleren
Baan 2: Ralleyen- kanon als tegenspeler
Baan 3: Plaatsen- torenspel
Baan 4: Plaatsen - hoepelspel
Baan 5: Rallyen
Baan 6: Plaatsen- bal in de emmer
Baan 7: Serveren- tegen de juiste snelheid
Baan 8: Behendigheid-estafette
De spelen gaan op tijd. Het is een race tegen de klok. Behendigheid is daarom belangrijker dan kracht. Spanning wordt de grootste vijand.
De planning wordt aan de captains uitgedeeld waarin staat welk team op welke baan moet spelen. Omdat er meer teams zijn dan banen zijn er pauzemomenten. Op iedere baan geldt een andere puntentelling. Tijdens de uitleg wordt tevens aandacht geschonken aan die puntentelling. Alle spelen zijn tijdsgebonden. Een race tegen de klok dus. Tijd, behendigheid en voldoende ballen voorradig zijn de succesfactoren bij deze spelen.
Baan 1: Aan elke kant vier spelers. Aan elke kant een speler met een racket. Je staat circa twee meter van het net. Elke keer als je goed volleert, heb je een punt. Gaat het mis en raakt de bal de grond dan mag hetzelfde tweetal nog doorgaan. Raakt de bal echter voor de
derde keer de grond, dan moeten spelers achter het hek aanraken en het volgende tweetal aantikken. Je telt alle goed geslagen volleys bij elkaar op.
Baan 2: Om de beurt gaat er iemand van een team proberen de bal terug te slaan. De bal moet wel binnen de lijnen komen om een punt te
verdienen. Elk goed geretourneerde bal is een punt.
Baan 3: Er staan op elke halve baan drie torens van 5 blokken. De spelers staan aan de andere kant van het net. Probeer nu met de gespeelde bal de toren om te slaan. Elke omgeslagen toren is een punt. Het maakt niet uit , rechtstreeks of dat de bal al contact met de grond heeft gehad. Zorg wel met je team dat iemand aan de andere kant de torens weer opbouwt.
Baan 4: Op elke halve baan liggen drie keer drie hoepels. De spelers staan aan de andere kant van het net. Om de beurt mag je proberen de gespeelde bal in een hoepel te laten belanden. Hierbij moet je twee meter van het net staan. De eerste rij is 1 punt, de tweede rij 2 punten en de derde rij is 3 punten. Zorg wel dat iemand van je team de ballen terug brengt.
Baan 5: Probeer met je team een zo lang mogelijke rally te maken. Om de beurt mogen er steeds twee spelers proberen. Je mag proberen door te gaan ook al is de bal uit. Het aantal punten is de langst scorende rally.
Baan 6: Aan elke kant vier spelers. Aan de ene kant een speler in de baan die staat met een racket en bal op de T-kruising. Aan de andere kant een speler met een emmer. De ene speler speelt de bal naar de overkant, aan de andere kant probeert de speler de bal in de emmer op te vangen. De bal mag 1 x stuiteren voordat hij in de emmer wordt opgevangen. De bal telt alleen wanneer hij ook daadwerkelijk in de emmer blijft en niet als hij er weer uit stuitert. Daarna doordraaien. Elke gevangen bal is een punt.
Baan 7: Elke deelnemer mag serveren(bovenhands). Je moet proberen om zo dicht mogelijk bij de 50 km/uur te slaan. Elke keer als dat lukt, met een marge van 5 km naar boven of beneden is een punt. Lukt het exact dan krijg je 2 punten.
Baan 8: Op elke baan staat een aantal pionnen. Eerste deel: zig-zag met de bal op het racket.
Tweede deel: de bal stuiteren.
Derde deel: hooghouden met het racket. Ben je af dan mag de volgende speler vertrekken. Elk goed afgelegd parcours is een punt.
Niet toegestaan zijn:
- Het spel op andere banen verstoren. Dit leidt tot eigen puntenaftrek.
- Op een andere tijd of baan te spelen als in de planning is aangegeven.
In alle gevallen beslist de scheidsrechter, zijn of haar besluiten zijn onherroepelijk!
Bijzonderheden
Bij iedere baan is een spelleider en een puntenteller aanwezig. Niet spelende teamleden mogen slechts aan één kant van de tennisbaan staan. Hiermee voorkomen we dat men andere banen uit hun spel brengt.
Het uit de baan slaan van ballen wat kan leiden tot te weinig ballen is onder eigen verantwoordelijkheid.
De tennisrackets zijn eigendom van clubleden. Daarom vragen wij zorgvuldig, zoals een goed huisvader betaamt, met de rackets om te gaan. Aan het einde van de avond wordt de score bekend gemaakt.
Feest!!
Op alle banen worden andere tennisspelsituaties beoefend. Hieronder wordt een opsomming gegeven van de spelsituaties per baan:
Baan 1: Volleren
Baan 2: Ralleyen- kanon als tegenspeler
Baan 3: Plaatsen- torenspel
Baan 4: Plaatsen - hoepelspel
Baan 5: Rallyen
Baan 6: Plaatsen- bal in de emmer
Baan 7: Serveren- tegen de juiste snelheid
Baan 8: Behendigheid-estafette
De spelen gaan op tijd. Het is een race tegen de klok. Behendigheid is daarom belangrijker dan kracht. Spanning wordt de grootste vijand.
De planning wordt aan de captains uitgedeeld waarin staat welk team op welke baan moet spelen. Omdat er meer teams zijn dan banen zijn er pauzemomenten. Op iedere baan geldt een andere puntentelling. Tijdens de uitleg wordt tevens aandacht geschonken aan die puntentelling. Alle spelen zijn tijdsgebonden. Een race tegen de klok dus. Tijd, behendigheid en voldoende ballen voorradig zijn de succesfactoren bij deze spelen.
Baan 1: Aan elke kant vier spelers. Aan elke kant een speler met een racket. Je staat circa twee meter van het net. Elke keer als je goed volleert, heb je een punt. Gaat het mis en raakt de bal de grond dan mag hetzelfde tweetal nog doorgaan. Raakt de bal echter voor de
derde keer de grond, dan moeten spelers achter het hek aanraken en het volgende tweetal aantikken. Je telt alle goed geslagen volleys bij elkaar op.
Baan 2: Om de beurt gaat er iemand van een team proberen de bal terug te slaan. De bal moet wel binnen de lijnen komen om een punt te
verdienen. Elk goed geretourneerde bal is een punt.
Baan 3: Er staan op elke halve baan drie torens van 5 blokken. De spelers staan aan de andere kant van het net. Probeer nu met de gespeelde bal de toren om te slaan. Elke omgeslagen toren is een punt. Het maakt niet uit , rechtstreeks of dat de bal al contact met de grond heeft gehad. Zorg wel met je team dat iemand aan de andere kant de torens weer opbouwt.
Baan 4: Op elke halve baan liggen drie keer drie hoepels. De spelers staan aan de andere kant van het net. Om de beurt mag je proberen de gespeelde bal in een hoepel te laten belanden. Hierbij moet je twee meter van het net staan. De eerste rij is 1 punt, de tweede rij 2 punten en de derde rij is 3 punten. Zorg wel dat iemand van je team de ballen terug brengt.
Baan 5: Probeer met je team een zo lang mogelijke rally te maken. Om de beurt mogen er steeds twee spelers proberen. Je mag proberen door te gaan ook al is de bal uit. Het aantal punten is de langst scorende rally.
Baan 6: Aan elke kant vier spelers. Aan de ene kant een speler in de baan die staat met een racket en bal op de T-kruising. Aan de andere kant een speler met een emmer. De ene speler speelt de bal naar de overkant, aan de andere kant probeert de speler de bal in de emmer op te vangen. De bal mag 1 x stuiteren voordat hij in de emmer wordt opgevangen. De bal telt alleen wanneer hij ook daadwerkelijk in de emmer blijft en niet als hij er weer uit stuitert. Daarna doordraaien. Elke gevangen bal is een punt.
Baan 7: Elke deelnemer mag serveren(bovenhands). Je moet proberen om zo dicht mogelijk bij de 50 km/uur te slaan. Elke keer als dat lukt, met een marge van 5 km naar boven of beneden is een punt. Lukt het exact dan krijg je 2 punten.
Baan 8: Op elke baan staat een aantal pionnen. Eerste deel: zig-zag met de bal op het racket.
Tweede deel: de bal stuiteren.
Derde deel: hooghouden met het racket. Ben je af dan mag de volgende speler vertrekken. Elk goed afgelegd parcours is een punt.
Niet toegestaan zijn:
- Het spel op andere banen verstoren. Dit leidt tot eigen puntenaftrek.
- Op een andere tijd of baan te spelen als in de planning is aangegeven.
In alle gevallen beslist de scheidsrechter, zijn of haar besluiten zijn onherroepelijk!
Bijzonderheden
Bij iedere baan is een spelleider en een puntenteller aanwezig. Niet spelende teamleden mogen slechts aan één kant van de tennisbaan staan. Hiermee voorkomen we dat men andere banen uit hun spel brengt.
Het uit de baan slaan van ballen wat kan leiden tot te weinig ballen is onder eigen verantwoordelijkheid.
De tennisrackets zijn eigendom van clubleden. Daarom vragen wij zorgvuldig, zoals een goed huisvader betaamt, met de rackets om te gaan. Aan het einde van de avond wordt de score bekend gemaakt.
Feest!!